Schillen om minder voedsel te verspillen
Volgens de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) wordt elk jaar ongeveer een derde van alle voedingsmiddelen die wereldwijd voor menselijke consumptie worden geproduceerd, verspild of gaan verloren. Voor de wereldwijde overgang naar een gezondere en gelukkigere planeet is het van cruciaal belang dat we dit probleem aanpakken. Daarom worden elke dag nieuwe ideeën geïntroduceerd om voedselverspilling tijdens de productie, in de toeleveringsketen en zowel op retail- als huishoudelijk niveau te reduceren.
Voedselverspilling is niets nieuws, maar komt de afgelopen jaren steeds vaker voor. Het wordt nu gezien als een van de oorzaken van het feit dat meer dan 3,1 miljard mensen overal ter wereld honger lijden en/of geen toegang hebben tot een gezond dieet, volgens de FAO. Nu de bewustwording echter groeit, voelen mensen zich ook meer geroepen om zich actief te verzetten tegen de recente verslechtering van de wereldwijde voedselveiligheid en voeding. Maar laten we, voordat we een nieuwe oplossing voor dit wereldwijde probleem zoeken, eerst eens naar het hier en nu kijken. Voedselverspilling kent vele vormen, zoals minder dan optimale verse producten die tijdens het sorteren uit de toeleveringsketen worden verwijderd, voedsel dat op of voorbij de “houdbaarheidsdatum” is en door retailers en consumenten wordt weggegooid, of gewoon de grote hoeveelheden prima eetbare voedingsmiddelen die overblijven en worden weggegooid in keukens van huishoudens en eetgelegenheden.
Voedselverspilling wordt beschreven als iets wat plaatsheeft vanaf de oogst tot (maar niet inclusief) het retailniveau, terwijl voedselverspilling plaatsheeft op retail-, restauratie- en consumentenniveau. Zo gaat wereldwijd zo’n 14% van het geproduceerde voedsel verloren tussen de oogst en de detailhandel, terwijl een geschatte 17% van de totale wereldwijde voedselproductie wordt verspild (11% in huishoudens, 5% in de restauratiesector en 2% in retail). Het zal u niet verbazen dat fruit en groente vrijwel een kwart van al het zogenaamde verloren voedsel ter wereld vertegenwoordigt, doordat het gemakkelijk blutst en beschadigd raakt. In een tijd waarin de wereldwijde honger toeneemt en het levensonderhoud de pan uit rijst, moet zo snel mogelijk worden ingegrepen!
Een reductie van de voedselverspilling biedt tal van voordelen, nog afgezien van het voeden van de wereldbevolking: het bevordert de veiligheid van de toeleveringsketen, maakt de landbouwsector duurzamer en draagt bij aan een beter klimaat. Voedselverspilling is verantwoordelijk voor maar liefst 10% van de aardopwarmende broeikasgasemissies!
Positieve actie
Nu zoveel rekening wordt gehouden met het milieu, voert de Agenda voor duurzame ontwikkeling van 2030 plannen in om de wereldwijde voedselverspilling per hoofd van de bevolking op retail- en consumentenniveau te halveren en de voedselverspilling tijdens de productie en in de toeleveringsketen te reduceren (inclusief verliezen na de oogst). Goal 12 draait specifiek om het waarborgen van duurzame consumptie- en productiepatronen, de sleutel tot het garanderen van de bestaansmiddelen van de huidige en toekomstige generaties. Als dit doel wordt behaald, zal de voedselverspilling sneller afnemen. Bovendien zou het een enorme bijdrage leveren aan het gevecht tegen klimaatverandering.
Voedingsmiddelen zijn nooit afval
In een baanbrekend initiatief voor de verwerking van sinaasappelschillen, dat ingaat op de noodzaak van een drastische verandering, werkt GEA samen met de Nederlandse fabrikant PeelPioneers om nieuwe toepassingen te vinden voor oneetbare levensmiddelen die vaak worden weggegooid. PeelPioneers onttrekt voedingsvezels, antioxidanten en olie uit sinaasappelschillen (verkregen van restaurants en supermarkten) om nieuwe toepassingen voor dit zogenaamde afval te ontwikkelen: een ingrediënt in levensmiddelen, cosmetica en reinigingsproducten. De “pulp” die overblijft wordt gebruikt als veevoer, waardoor de schil voor de volle 100% wordt benut.
Het idee om schillen van citrusvruchten “om te zetten in geld” kwam voor het eerst naar voren tijdens een scheikundeles in York, VK, in 2016. Twaalf maanden later begon de onderneming te experimenteren in een schuur en nog maar vier jaar later werd al 10 miljoen kilo schillen per jaar verwerkt. GEA is vanaf het prille begin bij het project betrokken geweest, eerst als leverancier en nu ook “PeelPartner”.
Sytze van Stempvoort, medeoprichter van PeelPioneers, legt uit dat het idee van het recyclen van de schillen van citrusvruchten direct op stoom kwam zodra het werd voorgesteld. “Als je nieuwsgierigheid eenmaal is gewekt en je zoveel potentieel ziet, wil je zo snel mogelijk handelen. Daarom zijn we begonnen met het ontwikkelen van de benodigde technologie, om het balletje zo snel mogelijk aan het rollen te krijgen”.
Toen PeelPioneers de expertise van GEA in de voedselverwerkende industrie erkende, namen ze al snel contact op. Van Stempvoort legt uit: “We huurden in 2017 een magazijn in het havengebied van Amsterdam en verrichten duizenden experimenten met een gehuurde GEA-centrifuge om de beste manier te vinden om de etherische oliën uit de schillen te onttrekken. Hierdoor konden we al snel de volgende stappen nemen”.
Van afvalbakken voor sinaasappels terug in de schappen
Dit vormde de basis voor een langdurige en waardevolle samenwerking tussen de twee bedrijven. “Op een bepaald moment wisten we niet goed hoe we meer waardevolle bestanddelen uit de schillen konden onttrekken, wat inhield dat we meer moesten investeren in R&D en technologie”, aldus van Stempvoort. “GEA was een geweldige partner; ze hebben ons echt goede inzichten en de juiste apparatuur geboden om onze processen te ondersteunen. Het was een echte bonus dat we waardevolle tests konden verrichten in het GEA-testcentrum in Parma; (Italië) en in Oelde (Duitsland). Zo konden we verschillende systemen, opstellingen en machines al heel vroeg in het proces testen met een minimaal risico en kosten, wat enorm gunstig was”.
Bij het Process Technology Center in Parma (Italië) kunnen klanten productspecificatie- en pilot-tests op een groot aanbod apparatuur verrichten.
Het testcentrum in Oelde (Duitsland) biedt een uniek serviceportfolio voor centrifuges, inclusief machineselectie en praktijktests.
GEA-technologie: essentieel onderdeel van het proces
Volgens van Stempvoort speelt GEA-technologie een essentiële rol in goede kwaliteit: “Het is heel belangrijk dat eindproducten, zoals sauzen, dranken, vleesvervangers en bakkersproducten, consistente eigenschappen hebben, vooral wanneer met een functionele vezel wordt gewerkt. Anders krijg je ongewenste bonken. Onze Finix-citrusvezel wordt niet gebruikt in de meest gangbare afvalproducten, dus de technologie moet van de bovenste plank zijn”.
GEA biedt een uitgebreid portfolio decanters en kleppen, waarvan veel producten zijn ontwikkeld op basis van de technologieën die worden gebruikt om voedingsvezels te onttrekken om als bindmiddel, verdikkingsmiddel en emulgator te gebruiken.
Van Stempvoort legt uit dat PeelPioneers met het oog op de toekomst in 2021 een nieuwe fabriek in Den Bosch bouwde, waar het bedrijf 30 miljoen kilo schillen per jaar verwerkt. “GEA hielp ons met de aanbestedingsprocedure om deze fabriek te bouwen en is nu ook een partner geworden. Dat wil zeggen dat ze ons de komende jaren zullen vergezellen in onze reis en ondersteuning zullen bieden wanneer we meer vestigingen willen openen. Deze betrokkenheid is enorm belangrijk voor ons om de gewenste groei te blijven behalen”.
Serie VARIVENT® Hygiënische zittingkleppen
De cirkel sluiten
Van Stempvoort gelooft dat een samenwerking alleen succesvol kan zijn als alle betrokkenen dezelfde waarden hebben. Hij zegt bijvoorbeeld: “Zowel GEA als PeelPioneers is ervan overtuigd dat we een betere wereld moeten achterlaten voor toekomstige generaties en we doen ons best om daarnaar te handelen. Deze zelfde manier van denken is vooral in het verleden belangrijk gebleken te zijn, tijdens bijvoorbeeld de apparatuurselectie en om te begrijpen welke resultaten we verlangden, en zal ook in de toekomst essentieel zijn”.
De circulaire economie groeit in rap tempo en van Stempvoort denkt dat in deze “gouden toekomst” van afvalverwerking een belangrijke rol voor GEA is weggelegd: “We willen kijken hoe we vitamine C uit deze schillen kunnen onttrekken om in levensmiddelen te gebruiken. We hebben met de verwerkingstechnologie GEA's hulp hard nodig om grotere volumes te kunnen verwerken.” Bovendien kijkt van Stempvoort al niet meer alleen naar uitbreiding: “Het beste wat zou kunnen gebeuren, is als we een wereldwijde inspiratie voor de circulaire economie werden. Dat is tenslotte wat we nodig hebben voor een betere wereld”.
