“Zo goedkoop melken als met onze oude robot, dat redden we nooit meer”, zegt André Kuindersma. De handige Fries hield maar liefst 25 jaar lang zelf z’n oude AMS Liberty-melkrobot aan de praat. “Het speuren naar onderdelen werd gewoon een sport”, lacht hij. Tot begin januari was de AMS Liberty in Tzum de oudste werkende robot van dit type.
Inmiddels staan er twee DairyRobots R9500 van GEA te glimmen in de nieuwe ligboxenstal. De oude oranje tweebox robot krijgt al een laagje stof. “Als ik die eruit ga slopen, wordt het wel een dingetje”, zegt André met iets van weemoed. “Ik heb er heel wat uurtjes naast gezeten, bij nacht en ontij. Soms ook wel eens de wanhoop nabij, hoor. Wat is er nú weer...” Kuindersma senior nam deze AMS Liberty op 16 december 1998 in gebruik. “Het was de eerste robot ter wereld die de koe vanaf de linkerkant aansluit. Dat paste hier precies op de plek van de oude 2x6 visgraat melkstal”, vertelt André.
De boerenzoon probeerde waar mogelijk zelf storingen te verhelpen. In 2000 kwam hij als robotmonteur in dienst bij een servicestation van AMS Liberty. Na het faillissement van fabrikant Prolion in 2002 bleef hij via dealer D&D Gijsberts uit Lienden nog een tijdje storingsmonteur voor Noord-Nederland. De AMS Liberty’s die er destijds stonden, waren immers nog maar een paar jaar oud. Met het faillissement viel de doorontwikkeling van die robots echter stil; nieuwe Liberty-robots en onderdelen werden niet meer geproduceerd. “Als er boeren stopten met de robot, kochten wij robots op voor onderdelen.”
Van 2003 tot en met 2008 werkte hij voor Henk de Boer Melktechniek uit Jellum, destijds Westfalia-Surge dealer. In die tijd verwierf Westfalia (nu GEA) de patenten van de AMS Liberty. Maar de onderneming gaf voorrang aan de ontwikkeling van de eigen MIone-robot. Eind 2008 werd Kuindersma senior ziek en sprong André thuis bij. Van het begin af aan heeft hij de melkrobot altijd zelf onderhouden. “Ik had ook geen keus, dat ding moest blijven melken. Je wordt er vanzelf handig in.” De robot inruilen voor een andere was geen optie. “Dan hadden we de hele stal moeten verbouwen. Bovendien was die robot op het moment van het faillissement van Prolion nog maar een paar jaar oud. Dan ga je niet van systeem wisselen, dat kost te veel.”
André en andere noordelijke AMS-gebruikers kochten voor schappelijke prijzen gebruikte robots op. Onderdelen als melkmeters en persluchtslangen werden verdeeld en onderling uitgewisseld. “Op een gegeven moment werd het een sport om onderdelen te scoren. Die oude robot draaide nog op MS-DOS, je moet ‘m wel in de lucht zien te houden. Oude afgedankte computers maakte ik klaar voor de robot. De printplaten bewaarde ik in het kantoor boven de kachel, om corrosie te voorkomen”, lacht hij. “Ik heb een keer een hele partij beeldschermen gered van de stort, altijd handig.” Zipdrives voor de back-up kreeg hij via een monteur van Henk de Boer. “Goede connecties zijn dan heel belangrijk.”
André Kuindersma met de AMS Liberty-melkrobot
Toch was de Liberty-robot qua duurzaamheid wel goed doordacht, meent hij. “Dezelfde hekken zitten er na 25 jaar nog steeds in, en die gaan toch 150, 160 keer per dag heen en weer.” Maar aan alles komt een eind. “Op het laatst raakten de onderdelen echt op. Ik had geen back-up meer. Ook onze jongveestal is op, je moet op een gegeven moment wat.”Zo verrees er een nieuwe 2 x 2-rijige ligboxenstal voor de koeien, met aan elke kant een DairyRobot van GEA. “Mijn oude werkgever, Henk de Boer, is een GEA Dairy Center (Dairy Center Fryslän – De Boer), de monteur is een goede vriend van mij. Daar bouw je een relatie mee op, dat geeft vertrouwen”, verklaart hij. De extra ruimte in de stal – vooral rondom de robot – bevalt goed. “In de oude stal had ik gestuurd koeverkeer, in de nieuwe stal hebben wij vrij koeverkeer. Ik was hier in het begin heel sceptisch over, maar de koeien komen nu makkelijker en vaker”, ervaart hij. “We zitten nu met ruim 100 koeien op 315 à 320 melkingen per etmaal. En ik kan hier makkelijker meer brok in voeren, omdat de nieuwmelkte koeien vaker gemolken worden.”
Met de nieuwe robot heeft hij nog niet dezelfde warme band als met de oude. “Die kon de tepelbekers individueel omhoog sturen, dat had ook zijn voordelen. Als mijn oude machine er zin in had, kon die ze af en toe sneller aansluiten dan de nieuwe. Maar de oude was behoorlijk wispelturig, en storingsgevoelig”, lacht André. Sleutelen aan de nieuwe robot zal nu ook niet meer zo snel gebeuren. Alhoewel? “De eerste kleine storingen doe je toch weer zelf. Wel makkelijk dat je nu weer 24/7 back-up hebt.” Of de nieuwe robot het weer net zo lang gaat volhouden als de oude? André betwijfelt het. “Zulke robots worden niet meer gemaakt”, mijmert hij. “En zo goedkoop melken als met de oude, dat gaan we ook niet meer redden. Tenminste, als ik mijn eigen uren niet meetel.”
André Kuindersma met nieuwe GEA DairyRobot R9500
Onze producten vormen samen de totaaloplossing voor de veehouder van de toekomst.