Acht jaar geleden startte het jonge West-Vlaamse echtpaar Jeroen Vandenberghe en Lore Dewanckele vanuit het niets een melkveebedrijf. Enkele jaren later kwam daar een geitenhouderij bij. Met de goede conjunctuur tijdens corona pakte het bedrijf verder door met twee melkrobots. “De beste investering die we gedaan hebben.”
Jeroen en Lore in hun melkstal
Vandenberghe bewees het tegendeel. Nadat hij na zijn landbouwstudie zes jaar bij naburige melkveebedrijven had gewerkt, kocht hij in 2016 een gemengd vleesvarkens- en vleesveebedrijf. De vleesveestallen verbouwde hij tot melkveestallen en zeven jaar geleden kwamen de eerste 65 melkkoeien uit Duitsland over. In het begin werd er gemolken in een 2x7 melkput van GEA die het echtpaar overnam van een oom uit de buurt. Terwijl Jeroen zijn droom najoeg, ging het ook bij Lore (30) kriebelen. Zij had een diploma bio-ingenieur op zak. “Ik ging buitenshuis werken, maar wilde ook in het bedrijf komen.”
Na het nodige vooronderzoek kwam het jonge echtpaar vijf jaar geleden terecht op de geitenhouderij. Het was een tijd dat de vraag naar geitenmelk sterk in de lift zat en de melkgeitenstapel in Vlaanderen flink uitbreidde. Na het uitbreiden van hun vergunning bouwden ze achter de koeienstallen een nieuwe geitenstal voor 800 melkgeiten.
Op de kop van de geitenstal bevindt zich een 2x36 melkinstallatie van GEA. Met een beweegbare vloer kunnen Jeroen en Lore, alsook hun medewerkers, de geiten op comfortabele hoogte melken, een proces dat in de ochtend en avond twee uur in beslag neemt. “Niet dat Jeroen vaak melkt”, zegt Lore met een knipoog. Zij is verantwoordelijk voor het geitenmelken. Jeroen legt zich toe op de melkveehouderij.
GEA DairyFeed F4800
Op enkele jaren bereikte het aantal melkgeiten het huidige volume en groeide ook de melkveestapel door eigen fokkerij uit tot 110 dieren. “Een hectische tijd”, kijkt het echtpaar terug. In de tussentijd kregen ze nog een dochtertje, genaamd Amélie. Om het werk rond te krijgen, krijgen ze hulp van twee ‘externe’ werkkrachten, waaronder de vader van Jeroen die tuinaanlegger van beroep was. “Normaal komt de zoon of dochter in het bedrijf van de ouders, bij ons was het net andersom”, lacht Jeroen. Met de indrukwekkende groei van de veestapel, was de bedrijfsontwikkeling nog niet voltooid. Twee jaar geleden installeerde het echtpaar twee GEA-R9500 melkrobots. Op deze manier hoefden we niet meer op twee plaatsten tegelijk melken en konden we elkaar makkelijker helpen waar nodig”, vertelt Jeroen die met GEA-dealer David Huyghe een aantal melkveebedrijven in de buurt bezocht. “Iedereen was enthousiast over GEA, waardoor wij in november 2022 de sprong waagden.” Anderhalf jaar na dato kijkt het echtpaar even enthousiast terug op de aankoop. “Het was de beste investering die we gedaan hebben in het bedrijf. Ons leven is veranderd. We hebben ineens vrije tijd en kunnen ’s avonds met vrienden wat leuks gaan doen”, vertelt Jeroen. Waar hij en zijn vader voorheen elk twee uur in de ochtend en de avond in de melkput stonden, is de “melktijd” nu verkort tot twee uur per dag per persoon en bestaat uit onder andere het ophalen van probleemkoeien.
Door de robots, waarbij veel van de bedrijfsvoering vanop afstand opgevolgd kan worden, is het voor het echtpaar ook makkelijker om er enkele dagen tussenuit te gaan. “Echte technische storingen hebben we op anderhalf jaar tijd nog niet gehad met de robots. Af en toe is er een storing, maar dat wordt dan veroorzaakt door een koe die met haar poten op een leiding trapt”, vertelt Jeroen. Naast de robuustheid prijst hij het gebruiksgemak en ook het melkputje aan de zijkant. “Deze maakt het mogelijk om gemakkelijk de uier van een koe te controleren en te behandelen indien nodig.” Vergroting van het arbeidsgemak is voor veel melkveebedrijven in Vlaanderen en ook Nederland een belangrijke aanleiding om de voorbije jaren te investeren in een melkrobot. Ook veel oudere boeren hebben toen de investering gedaan. “Het aanhangen van de melkstellen is best een zwaar werk en kan op termijn voor gezondheidsklachten leiden. Ook dat wilden wij voor zijn”, vertelt Jeroen.
Jeroen en Lore op hun bedrijf
Naast het arbeidsgemak ging ook de melkproductie op het bedrijf met twintig procent omhoog. Van een jaargemiddelde van 9.000 kilo, groeide de melkgift naar bijna 11.000 kilo nu. Door middel van gerichte fokkerij en rantsoenoptimalisatie meent de melkveehouder de productie nog licht te kunnen opvoeren de komende jaren. Daarbij kan ook het GEA-koe- en bedrijfsmanagementprogramma DairyNet van pas komen. Met verschillende sensoren in de robot en de halsband van de koe monitort het programma de melkgift, de kwaliteit van de melk, de activiteit van de koe en haar herkauwgedrag. Dat maakt het mogelijk om sneller op individueel koeniveau in te grijpen. “Zo kun je bijvoorbeeld een beginnende uierontsteking eerder opsporen en beter behandelen”, vertelt de melkveehouder. Hij past ook activiteitsmeting toe bij het jongvee voor tochtdetectie. “Hierdoor zijn we erin geslaagd de afkalfleeftijd te verlagen van 26 maanden of meer naar 24 maanden.” Over de tussenkalftijd van 400 dagen is de West-Vlaming tevreden. “Mogelijk dat we naar voorbeeld van de geiten in de toekomst meer richting duurmelken gaan en het moment van inseminatie meer laten afhangen van de actuele melkgift. Dat kan de levensduur van het koppel vergroten”, verklaart hij.
Ook de geitenhouderij kan leren van de melkveetak, stelt Lore. “Op termijn willen we in de geitenstal ook individuele melkmeting installeren op de melkmachine om zo ook hier meer informatie te kunnen verzamelen op individueel niveau. Daardoor kunnen we bijvoorbeeld gerichter selecteren naar de productievere geiten.” Zij is ook om andere reden blij met de komst van de melkrobots bij de koeien. “Ik werk liever met de geiten en sinds de komst van de robots kan ik mij daar meer op toeleggen.” Na de installatie en de komst van de melk- en voeraanschuifrobot focussen de veehouders zich op verdere verhoging van de arbeidsefficiëntie op het bedrijf. Zo werd recent een zelfrijdende mengwagen in gebruik genomen en staat de aanleg van zonnepanelen met een opslagbatterij op de planning. “Met de robots hebben we ook een vrij constant stroomgebruik waardoor zonnepanelen extra interessant zijn”, besluit Jeroen.
Onze producten vormen samen de totaaloplossing voor de veehouder van de toekomst.