26 Jul 2021
Stro dat geoogst is met een balenpers, gehakseld tot een lengte van 5-7 cm of korter (links), vergeleken met stro dat heel kort gesneden is met een strohakselaar (rechts). “Voor een rantsoen van 3 kg stro kan bij gebruik van het balensysteem wel 1 kg overblijven als afval; als je gehakseld stro gebruikt is het afval minimaal,” zegt Weymann.
Door automatisch voeren hoeven veehouders aanzienlijk minder lichamelijke inspanning te leveren en kunnen ze meer tijd besteden aan het management van hun bedrijf en optimalisering van hun voerstrategie. Ze kunnen afzonderlijke voergroepen bepalen, mengtijden en voeropname registreren en vergelijken, en hun voerplannen aanpassen, bijvoorbeeld na analyse van de melkprestaties, diergezondheid en kosten. Met behulp van procesbesturingen en software kan het voeren niet alleen geautomatiseerd, maar ook systematisch plaatsvinden. Zo kunnen veehouders de meest gezonde, effectieve en duurzame voerstrategieën testen, analyseren en reproduceren. Ze kunnen rantsoenen tot op de gram nauwkeurig optimaliseren en de voeropname verbeteren door veelvuldiger voeren, met een grote besparing op arbeid en afval.
Maar zelfs de beste geautomatiseerde systemen lopen tegen hun grenzen aan als het voer zelf niet vers, voedzaam en aantrekkelijk is voor de koe. Het voeren kan automatisch gebeuren en de gebalanceerde inhoud zorgvuldig worden gepland, maar als koeien hun rantsoen selecteren en veel ervan overlaten, wordt het hele systeem aan het wankelen gebracht.
“Automatische voersystemen zijn geweldig om tijd te besparen, de voeropname te verbeteren en doelgericht voer te geven, dus als veehouders in dit soort systemen investeren levert dat onherroepelijk voordelen op,” zegt Kenneth Arnswood, Senior Manager Market Support bij GEA Farm Technologies. “Maar als ze ten volle willen profiteren van hun voersystemen, moeten ze ook letten op de structuur en de kwaliteit van het voer dat ze geven.”
In voer van hoge kwaliteit mag ruwvoer niet ontbreken. Hoogwaardig ruwvoer is de belangrijkste component van het rantsoen voor melkkoeien, en essentieel om koeien gezond en productief te houden. Ook is het fundamenteel voor een grotere winstgevendheid van een melkveebedrijf. “Wie goed kuilvoer wil produceren, heeft een goede strategie en planning nodig voor het ruwvoer dat men wil gebruiken,” zegt Dr. Walter Weymann, voerspecialist en Technical Service Expert bij GEA Farm Technologies. “De eerste vraag is: ben ik zelf in staat om alle benodigde gewassen te kweken of moet ik het voer kopen? Wie zelfvoorzienend is heeft een goede mogelijkheid om de rendabiliteit van een veebedrijf te verhogen. In ieder geval moet er een gedetailleerd plan worden opgesteld met targets voor de afzonderlijke gewassen, dat vervolgens moet worden gevolgd.”
Ongeacht het ruwvoer dat als hoofdbestanddeel wordt geteeld (bijvoorbeeld gras of mais), het oogsten en de voorbereiding van kuilvoer zijn absoluut kritische stappen om zeker te stellen dat koeien het hele jaar door aantrekkelijk, voedzaam voer krijgen aangeboden. Snel, effectief oogsten heeft een positief effect op alle volgende aspecten van het voerproces: van de voorbereiding van kuilvoer in de silo, het mengen van voer, de voeropname, de selectie van voer tot en met de hoeveelheid afval.
“Bespaar niet op het oogsten! De ervaring leert dat het zichzelf terugbetaalt als je het meteen goed doet,” adviseert Arnswood. “Als je de machines zelf niet hebt, moet je zorgen voor een onderaannemer die de juiste apparatuur heeft voor jouw plan en behoeften. Neem de tijd om hem nauwkeurig uit te leggen wat je nodig hebt.”
Gras is het natuurlijke voer voor koeien en op de meeste plaatsen ter wereld is het een belangrijk onderdeel van de rantsoenen voor melkkoeien. “Bij het oogsten van gras zijn er in de meeste landen twee sneden mogelijk. En op sommige plaatsen zelfs vijf,” zegt Weymann. “Voor melkkoeien worden de eerste en tweede sneden over het algemeen het belangrijkste geacht vanwege de kwaliteit en de kwantiteit ervan.”
Voor de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van het voer is het ook van belang op welke manier het gras wordt gemaaid. Oogsten met een balenmachine levert bijvoorbeeld lange vezels op, waardoor het kuilvoer moeilijker te verwerken is met de voerwagen. Wordt er daarentegen een laadwagensysteem gebruikt, dan zijn de vezels veel korter en kunnen ze gemakkelijk worden gemengd. Maar volgens Weymann is een hakselaar de beste manier om gras te oogsten. Dit levert fijngehakseld kuilvoer op dat het gemakkelijkst te hanteren is in het mengsysteem. Bovendien wordt zo kort mogelijk gesneden gras veel beter geaccepteerd door de koeien.
Dr. Walter Weymann van GEA tijdens een inspectie van graskuilvoer (gemengd met luzerne) bij een klant in Duitsland. “Koeien zijn net mensen: als het voedsel er goed uitziet en lekker ruikt, willen ze het eten.”
“Melkveehouders moeten streven naar gras met 35-40% droog materiaal (DM), 21-23% ruwe vezels en minimaal 15-18% ruw eiwit. Wat betreft de energieconcentratie, is de standaard in Duitsland > 6.5 Mj NEL (net energy for lactation),” legt Weymann uit. “Om deze targets te halen is de timing bij het oogsten cruciaal. Maaien met scherpe messen, het gras zo snel mogelijk uitspreiden en de DM checken om te voorkomen dat voedingsstoffen verloren gaan. Bij voorkeur gebeurt het maaien, oogsten en opslaan binnen een tijdsbestek van ongeveer 24 uur. Ronde balen zijn populair als voer, maar de kwaliteit kan per baal verschillen. Kuilvoer uit een mobiele silo is beduidend consistenter.”
Mais wordt steeds geliefder als bron voor ruwvoer en zetmeel voor melkkoeien. Dankzij de vooruitgang die in de afgelopen 25 jaar geboekt is in het kweken van mais, kunnen veehouders die vroeger niet in staat waren om maiskuilvoer te produceren dat nu wel. En dat bovendien op steeds meer plaatsen en onder uiteenlopende omstandigheden. In landen met minder gras betekent oogsten met de shredlage-methode – voor een grovere snede met langere vezels – ook dat mais kan worden gebruikt als hoofdonderdeel voor ruwvoer en structuur.
Of mais nu conventioneel wordt geoogst (korte snede) of met de shredlage-methode, veehouders moeten ervoor zorgen dat de mais zelf heel goed gekneusd wordt. Dit helpt de bacteriën in de pens om het zetmeel en andere voedingsmiddelen die nodig zijn voor de (melk)productie te winnen. Net zoals gras vergemakkelijkt kortgesneden kuilvoer het mengen en de opname. Maar voor rantsoenen zonder of met maar weinig graskuilvoer spelen langere vezelpartikels (shredlage) een belangrijke rol.
Shredlage-mais (links) vergeleken met conventioneel geoogst maiskuilvoer (rechts). Langer gesneden shredlage is een belangrijke structurele component als graskuilvoer beperkt of helemaal niet beschikbaar is.
“Het beste maiskuilvoer bevat 30-35% droog materiaal. Veehouders moeten streven naar minstens 30% zetmeel, wat wordt gerealiseerd door de juiste zaadkeuze afhankelijk van het klimaat, de bodem en verdere omstandigheden. Door een hoog zetmeelniveau en oogsten met langere stoppels kan een energieconcentratie van 7 Mj NEL of meer worden bereikt,” legt Weymann uit. “Heel belangrijk is het dat het kuilvoer niet wordt blootgesteld aan zuurstof in de mobiele silo, om te voorkomen dat het wordt afgebroken door bacteriën voordat alle energie en voedingsstoffen daadwerkelijk de pens van de koeien bereiken.”
Om lage pH-waarden in de pens te vermijden moet een rantsoen altijd voldoende structureel voer bevatten om het herkauwen en de bijbehorende speekselvorming te stimuleren. Speeksel met een pH-waarde van 8 tot 8,3 vervult een belangrijke bufferfunctie in de pens. Melkveehouders gebruiken vaak stro, of soms ouder hooi, om de structurele waarde van hooggeconcentreerde rantsoenen te verbeteren. Ook hier is het oogsten essentieel. Als het stro (of hooi) te lang is gesneden, begint de koe haar voer te selecteren. Als het korter is, is het gemakkelijker te hanteren, kan het heel goed worden gemengd en ontstaat er ten slotte minder afval.
Aangezien de strokwaliteit de afgelopen jaren maar matig was en het aanbod niet al te groot, zijn veel melkveebedrijven overgestapt op luzernehooi als structurele component voor hun voer. “Het structurele effect van luzernehooi lijkt op dat van stro, maar heeft een beduidend hoger ruw eiwitgehalte,” zegt Arnswood. “Koeien eten meer als er luzerne in het voer zit en geven meer melk dankzij het eiwitgehalte van luzerne, daarom wordt er steeds vaker luzerne gebruikt in plaats van stro.”
Behalve ruwvoer hebben veehouders keuze uit nog vele andere voeropties, afhankelijk van wat er van nature of in de handel beschikbaar is. “Ik zeg vaak dat koeien net mensen zijn: ze willen en behoeven een gebalanceerd dieet met verse, voedzame ingrediënten,” zegt Weymann. Voor melkkoeien geeft hij de voorkeur aan een maaltijd met heel wat componenten: graskuilvoer, maiskuilvoer, luzerne en/of stro voor de structuur, een graan, bijvoorbeeld tarwe, voor de energie, een extra eiwitbron zoals koolzaad, en verder aanvullende vitamines en mineralen. “Als een veebedrijf zelf graan kan produceren, moeten ze die mogelijkheid zeker benutten. Of het nu tarwe, gerst of rogge is,” zegt Weymann.
Een andere manier om zowel de voedzaamheid als de kosteneffectiviteit te verbeteren is het benutten van bijproducten uit de lokale voedsel- en drankenverwerkende industrie. “Bostel is een geweldig voorbeeld hiervan,” zegt Weymann. “Ook suikerbietenpulp is heel goed voer voor melkkoeien.” Andere mogelijkheden zijn aardappelafval uit zetmeelproductieprocessen, wortel- en appelpulp uit de sapproductie. “Als bepaalde voedingsstoffen ontbreken, kan een goede premix nauwkeurig worden afgestemd op de bijzondere behoeften van een veebedrijf,” voegt Weymann toe. Als er eenmaal een voedzame, kosteneffectieve voermix is gepland en de leveranciers zijn gevonden, volgt een nieuwe uitdaging. Elke dag opnieuw moeten er namelijk grote volumes worden gemengd, in de juiste proporties – nóg een argument voor een geautomatiseerd voersysteem. “Een geautomatiseerd systeem werkt het beste wanneer het goed voer toegevoerd krijgt,” zegt Arnswood. “Tegelijkertijd werkt goed voer het beste als een geautomatiseerd systeem voor de juiste mix, consistentie en regelmaat zorgt.”
Met bostel van lokale brouwerijen kunnen managers van veebedrijven hun veestapel beter voeden en tegelijkertijd een grotere kosteneffectiviteit bereiken.
Wie zijn melkkoeien vandaag de dag optimaal wil voeden, staat voor een complexe opgave waarvoor coördinatie tussen verschillende gebieden nodig is. Dit zijn bijvoorbeeld de juiste keuze van het ruwvoer en het zaad, goed werk op het veld in de lente en zorgvuldige planning en uitvoering van de oogst en opslag van kuilvoer. Maar ook de keuze van de granen en eiwitten die vanuit voedings- en economisch oogpunt het meest geschikt zijn en het toevoegen van de juiste supplementen en premix-ingrediënten. Automatisch voeren kan vervolgens verzekeren dat er voor elke voergroep een gerichte, verse, consistente, homogene mix wordt gemaakt die de hele dag door wordt aangeboden. Zo wordt bereikt dat koeien goed eten, zich goed voelen en het hele jaar door goed blijven produceren. “Wanneer al deze elementen goed worden gecombineerd, kunnen veehouders de potentie van hun voer, hun geautomatiseerde voersysteem, en natuurlijk van hun melkveebedrijf ten volle benutten,” zegt Arnswood.
In onze kookshow legt voerspecialist Dr. Walter Weymann uit hoe een gebalanceerde voermix voor melkkoeien wordt bereid.