29 Jan 2023
Ieder jaar eindigt ongeveer een derde van alle voedingsmiddelen die voor menselijke consumptie worden geteeld en geproduceerd, in afvalbakken en op vuilnisbelten. In de Verenigde Staten wordt naar schatting ongeveer 30 tot 40% van het totale voedselaanbod verspild, wat elk jaar goed is voor ongeveer USD 161 miljard1. Aan de andere kant van de Atlantische oceaan zijn deze cijfers vergelijkbaar en daarom heeft de Europese Unie voedselverspilling een van de belangrijkste doelstellingen van de “Green Deal” gemaakt, om voedselverspilling tegen te gaan als onderdeel van de “Van boer tot bord”-strategie2.
Het probleem is niet alleen dat waardevol voedsel verloren gaat dat hongerige gezinnen zou kunnen helpen, voedselverspilling brengt ook het milieu en het klimaat in gevaar. Volgens het Wereld Natuur Fonds (WWF) genereert de moeite die in de overproductie en het wegwerpen van voedselresten wordt gestoken 10% van de wereldwijde broeikasgasemissies, en veroorzaakt bovendien enorme verliezen in de leefgebieden van wilde dieren en de drinkwatervoorziening3. Ongeveer 28% van het wereldwijde landbouwgebied wordt gebruikt voor de productie van voedsel dat verloren gaat of verspild wordt4.
Onder de verschillende soorten voedsel zijn vooral fruit en groenten gezonde en voedzame grondstoffen, maar ze gaan alarmerend snel verloren. Uit rapporten van het WWF en de Voedsel- en landbouworganisatie van de VN (FAO) blijkt dat elk jaar 40% van fruit en groenten verloren gaan, wat vergelijkbaar is met 3,7 biljoen appels en 1 miljard zakken aardappelen5. Het is dus niet verrassend dat de VN en andere organisaties voedselverspilling al lang hebben uitgeroepen tot een enorm obstakel op de weg naar een duurzame toekomst voor de wereld.
In ontwikkelingsgebieden heeft voedselverspilling hoofdzakelijk plaats in de vroege fasen van de oogst, opslag en transport. Dit komt door ongunstige milieuomstandigheden in combinatie met een gebrek aan geschikte technologie en training. Veranderingen verlopen traag en kosten veel moeite6. In de ontwikkelde wereld lijken de omstandigheden beter, maar heeft evenveel voedselverspilling plaats, alleen dan op retail- en consumentenniveau. Dit is een gevolg van concurrerende markteconomieën waardoor een constant overschot aan producten wordt gecreëerd. De kwaliteitsverwachtingen van consumenten spelen hier ook een rol in, vooral voor wat betreft fruit en groente: Perfect eetbare appels of bessen blijven in kratten zitten (of worden helemaal niet verkocht), als ze onvolkomenheden hebben of als aantrekkelijkere varianten verkrijgbaar zijn.
De afgelopen twee decennia hebben organisaties over de hele wereld een aantal stappen gezet om het probleem aan te pakken. Vooral programma’s om de bewustwording van voedselverspilling te vergroten en om de verantwoordelijkheidszin onder producenten, distributeurs en kopers te bevorderen, waren succesvol. Kinderen vertellen hun ouders nu om niet meer voedsel te kopen dan nodig is en om geen voedsel weg te gooien dat net over de datum is. Sociale en politieke “behoudsinitiatieven” in Duitsland en andere landen voeren campagne voor een ieders recht om eetbare, afgedankte voedingsmiddelen bij retailvestigingen mee naar huis te nemen.
Onder de duidelijkste voorbeelden van vooruitgang zijn ook de talloze succesverhalen van voedselbanken. Deze basisinitiatieven in alle delen van de wereld hebben het hun missie gemaakt om onverkoopbare voedselproducten aan dakloze en andere behoeftige mensen te geven. Voedselbanken zijn meestal liefdadigheidsinstellingen en werken daarom vaak heel anders dan de concurrerende marktmechanismen.
Een recenter fenomeen zijn groepen en startende ondernemingen die overal opduiken en economisch duurzame routes verkennen om te voorkomen dat voedingsmiddelen worden verspild, zonder de noodzaak voor liefdadigheid of inzamelingsacties.
De Deense app “Too Good To Go” is succesvol geworden door een digitale verbinding te leggen tussen de consument en onverkochte voedingsmiddelen in winkels, hotels en restaurants tegen lagere prijzen. Dit bedrijfsmodel verspreidt zich nu ook naar andere landen. Een andere startende onderneming, het Zweedse bedrijf RSCUED FRUIT past een moderne verwerkingstechnologie toe om afgewezen fruit en groente weer op tafel te brengen.
“Toen we zeven jaar geleden onze startende onderneming oprichtten, hadden we een visie om de verspillingswaanzin te stoppen”, herinnert Truls Christenson, één van de oprichters van RSCUED, zich. “Na enkele proeven zagen we dat we van het meeste fruit konden voorkomen dat het werd weggegooid door er premium sap van te maken!” Door het sap uit minder aantrekkelijk fruit of groenten te persen, maken we er verkoopbare producten van. RSCUED biedt een groot aanbod sappen en puree, fruitchips en speciale sapextracties. De producten worden verkocht via de onlinewinkel van het bedrijf, maar ook via geselecteerde supermarkten, koffiehuizen en restaurants in Zweden. Het team ontvangt donaties van groothandels, supermarkten, boerderijen, bezorgdiensten en eigenaren van privétuinen. Appels, bessen en kiwi’s zijn vooral populair om sap van te maken; ze worden vaak lokaal geteeld, maar het bedrijf verwerkt ook geïmporteerde producten.
Technologie speelt een grote rol in de succesverhalen van RSCUED en vergelijkbare initiatieven. De aanschaf van een GEA vaculiq Vacuum Spiral Filter 100 met een geïntegreerd maalsysteem heeft de hele operatie in Helsingborg eenvoudiger en productiever gemaakt. Het RSCUED-team kan nu een ton fruit en groenten verwerken in ongeveer 20 minuten en het systeem tussen de verschillende batches in slechts 5 minuten reinigen. “Snelheid, hoge kwaliteit en flexibiliteit zijn allemaal even belangrijk voor ons”, vertelt medeoprichter Christenson, “want we moeten net zo snel kunnen reageren op een seizoensgebonden als op een fluctuerende aanvoer.”
Tijdens de verwerking met het vacuümspiraalfilter komt het product niet in contact met zuurstof, waardoor de vitaminen en voedingsstoffen behouden blijven voor een versere smaak en aantrekkelijkere sapkleur, waardoor het systeem bovendien een hogere opbrengst behaalt. “Bovendien zijn we als groene onderneming heel blij dat zoveel zoetwater bespaard wordt”, aldus Marko Tukaric, Head of Production and Technology bij RSCUED: "We hebben 55-60% minder zoetwater nodig om het vacuümsysteem schoon te houden, dan met traditionele apparatuur die constant gespoeld moet worden."
De resterende droge pulp die overblijft na de sapproductie is een ideale basis voor de productie van meststoffen en veganistische bloembodems, een veelbelovend secundair bijproduct dat RSCUED verkoopt via een plaatselijk tuincentrum.
Het bedrijfsmodel van RSCUED loont de moeite, zoals het team met trots bevestigt, met een maximale verwerkingscapaciteit die nu is uitgebreid tot 1.800 liter per uur en opties voor het team om grondstoffen uit heel Noord-Europa te accepteren. Maar zoals de bedrijfsnaam al zegt, blijft het idee om voedsel te redden en de agenda van wereldwijde duurzaamheid verder te bevorderen, een sterke drijfveer.
“We vertrouwen erop dat andere bedrijven met een ecologische focus vergelijkbare successen kunnen boeken”, merkt Dr. Stefan Pecoroni, Vice President Process Technology & Innovation Separation bij GEA, op, die de huidige duurzame productietrends nauwlettend in de gaten houdt. De technologie en ontwikkeling bij GEA staan erom bekend dat ze hoge ecologische standaarden voor hun eigen operaties stellen en GEA is door de CDP-organisatie erkend als een van de meest duurzame bedrijven in Duitsland.
Huidige projecten en toepassingsconcepten van GEA om voedselverspilling tegen te gaan, omvatten oplossingen voor vele uiteenlopende taken – ingrediënten terugwinnen uit resten van voedselverwerking, draf omzetten in pasta, afvalwater en productverliezen minimaliseren tijdens de reiniging van de leidingen of kip- en vleesverspilling tegen gaan door geautomatiseerde verwerking en kwaliteitscontrole.
Niet iedere inspanning om een nieuwe operatie te starten en meer fruit en groente te redden, brengt meer waardevolle voedingsmiddelen op tafel en verantwoordt de inzet van hulpmiddelen voor het telen, produceren en transporteren daarvan. Overgebleven voedingsmiddelen een nieuwe bestemming geven, biedt ook vele andere voordelen; zowel in ecologisch als in sociaal opzicht: De belasting van vuilnisbelten en afvalverbrandingsinstallaties neemt af. Regionale niche-varianten van fruit en groente kunnen weer op de markt worden gebracht, wat lokale producenten ondersteuning biedt en de biodiversiteit ondersteunt. Tot slot creëert het omzetten van ongewenste voedingsmiddelen in veelgevraagde producten goede lokale werkgelegenheid in de dienstensector, zonder dat daar extra middelen en toeleveringsketens voor nodig zijn.
En dan hebben we het nog niet eens gehad over het aantrekkelijke gevoel van de grote voordelen die de voedingsmiddelenindustrie zou kunnen behalen met teruggewonnen resten. De prijzen van landbouwproducten gaan omhoog en het ziet er niet naar uit dat dit gaat veranderen. Een klant vertelde het GEA-team onlangs dat een tankwagen gevuld met frambozensap nu evenveel waard is als een autotransporter beladen met sportwagens. Wie zou, in het licht van deze langdurige ontwikkeling en de wereldwijde vraag naar duurzaamheid, nog twijfelen aan de vraag of voedselverspilling tegengaan en verloren waarde terugbrengen naar de markt de moeite waard is?
1U.S. Department Of Agriculture (USDA), FAQ’s over voedselverspilling [https://www.usda.gov/foodwaste/faqs]. Vermelde cijfers betreffen het jaar 2010.
2Europese Commissie, Van boer tot bord-strategie (PDF)
3,5Wereld Natuur Fonds (WWF), Voedselverspilling
4Reset, Wereldwijde voedselverspilling en de gevolgen daarvan voor het milieu.
6De meeste organisaties gebruiken de term “voedselverlies” voor deze verliezen in de beginfasen die gebruikelijk zijn voor de minder ontwikkelde gebieden en “voedselverspilling” voor de verliezen op retail- en consumentenniveau in de meer ontwikkelde delen van de wereld.