26 Sep 2023
Zes jaar geleden werd Lefert, een landbouweconoom, geconfronteerd met een keuze over zijn toekomst: moest hij het melkveebedrijf van zijn vader blijven uitbaten of de deuren sluiten? Hij liet zich leiden door zijn liefde voor de landbouw en besloot de veestapel op de veehouderij waar hij opgroeide te behouden.
Op dat moment bestond de veestapel uit 50 koeien en gebruikte hij een gedateerde conventionele melkcarrousel; ze waren beide te klein als hij rendabel wilde worden. Hij koos voor de groeioptie en Lefert gelooft dat hij als veehouder een belangrijke bijdrage aan de maatschappij levert door waardevolle voedingsmiddelen te produceren en er tegelijkertijd voor te zorgen dat zijn land en het milieu op een duurzame manier worden behandeld.
Tijdens zijn onderzoek realiseerde hij zich dat hij geavanceerde technologie nodig had om zijn doelen te behalen; een van deze doelen was om het bedrijf zo onafhankelijk mogelijk te beheren. Hij aanvaardde de potentiële risico’s, sloot een lening af bij de bank om zijn veestapel te vergroten en investeerde in een grotere, modernere melkveestal, gerobotiseerde melktechnologie en aanvullende digitale oplossingen. GEA werkte nauw samen met Lefert om een oplossing te bieden die was toegesneden op zijn plannen en visie.
Tegenwoordig gebruikt Lefert twee GEA DairyRobot R9500-melkrobots en een GEA CowScout om de gezondheid van zijn 120 koeien en kalveren te monitoren. Met het digitale veestapelmanagementsysteem kan hij de dieren nauwlettend in de gaten houden en de best mogelijke zorg bieden. Een automatische voeraanschuifrobot en mestschuifrobot zorgen ervoor dat er constant voer beschikbaar is en dat de stal altijd schoon is.
Ze doen allebei stil hun rondes terwijl de koeien doen wat ze het liefst doen: koe zijn. Zo nu en dan geniet een koe van een ontspannende massage met de koeborstel en er is natuurlijk altijd genoeg water en voer beschikbaar. De ruime stal biedt meer dan genoeg frisse lucht en licht, en zicht op de omliggende weilanden en maïsvelden. Lefert produceert het meeste voer voor de dieren zelf, en gebruikt de mest van het veebedrijf als meststof. De kalveren en drachtige koeien hebben ieder hun eigen stal en mogen tijd met elkaar doorbrengen als groep; bovendien hebben de koeien toegang tot weidegrond.
Dat Lefert weet wat goed is voor zijn “dames” (die ieder hun eigen voor- en achternaam hebben) is heel duidelijk. Bij het "Lefert-koeienhotel" komen de gasten niets tekort. Zijn strategie voor een circulaire economie is goed doordacht en duurzaam. De nieuwe GEA-technologie zorgt ervoor dat zijn koeien gezond zijn en grote hoeveelheden melk van een goede kwaliteit produceren. Zo houdt hij de veterinaire kosten laag en wordt het gebruik van medicijnen tot een minimum beperkt. Een goed voorbeeld van "engineering for a better world".
Helaas kan Lefert niet op zijn zuurverdiende lauweren rusten. De realiteit is dat melkveehouders dagelijks worden geconfronteerd met verschillende andere uitdagingen. Hierbij valt te denken aan klimaatverandering, onvoorspelbaar weer en schommelende melkprijzen. Stijgende energie- en voerkosten en strengere milieuvoorschriften voeren de druk nog verder op. De landbouw, en dan vooral de veeteelt, is een heikel gespreksonderwerp geworden. Of het nu in de plaatselijke kroeg is of op grotere evenementen, hij heeft zich nog nooit zo defensief gevoeld over zijn werk als veehouder in Duitsland als tegenwoordig. Bovendien is de situatie op de arbeidsmarkt voor het vinden van geschoolde arbeiders die geïnteresseerd zijn in de landbouwsector grimmig en dat wordt alleen maar erger.
Lefert staat er bij deze uitdagingen niet alleen voor; veel veehouders, vooral veehouders met kleine veestapels van 50 of minder koeien, stellen zichzelf dezelfde vraag als hij deed: groeien of stoppen? Door het groeiende aantal risico's wordt meestal besloten om te stoppen. Volgens de Duitse federale instelling voor landbouw en voedselvoorziening, daalde het aantal melkveebedrijven in Duitsland eind 2022 tot 52.900, 1900 minder dan het jaar daarvoor. In 2000 waren er maar liefst 138.500 veebedrijven. In Zweden heeft meer dan 90% van de melkveebedrijven het opgegeven. En als we naar andere Europese landen kijken, zien we hetzelfde verschijnsel.
Ondanks de uitdagingen waar melkveehouders mee te kampen hebben, blijft de vraag naar melk en zuivelproducten hoog. Naarmate de wereldbevolking groeit, neemt ook de melkconsumptie toe, vooral in ontwikkelingslanden. In 2022 werd wereldwijd 544 miljoen ton melk geproduceerd; 144 miljoen ton daarvan was afkomstig van de Europese Unie. Andere landen die de toon aanvoeren in de melkproductie zijn India, de VS en China. Het internationale netwerk van experts, IFCN, voorspelt dat de zuivelmarkt tegen 2030 met meer dan 20% zal groeien. Hierdoor zou de wereldwijde trend van grotere veebedrijven om te garanderen dat melk beschikbaar blijft en dat producenten rendabel blijven, moeten versterken.
Dankzij nieuwe fok- en efficiënte voederstrategieën produceert een melkkoe tegenwoordig aanmerkelijk meer melk dan vroeger. Ondanks dat het aantal dieren wereldwijd enorm is afgenomen, is de hoeveelheid geproduceerde melk daarom gelijk gebleven door de hogere opbrengst per koe. Het is nu wetenschappelijk bewezen; als koeien meer melk produceren, stoten ze minder methaan uit. Naarmate koeien ouder worden, stoten ze ook minder methaan uit. En hoe gezonder en tevredener koeien zijn, hoe langer ze melk zullen produceren, waardoor minder koeien nodig zijn om te voorzien in de vraag naar melk. Dit heeft een algeheel positief effect op de hoeveelheid koolstofemissies afkomstig van de melkproductie.
Maar dit is nog maar één aspect van het grotere geheel. Om melk en zuivelproducten in de toekomst duurzamer te produceren en om veebedrijven rendabel te houden, is ook efficiënte, vooruitstrevende technologie nodig; en daarom hebben we ook slimme koppen nodig om deze technologieën voor veehouders over de hele wereld te ontwikkelen.
Uit statistieken blijkt dat de vraag naar geautomatiseerde oplossingen tegen 2030 wereldwijd met meer dan tweederde zal toenemen. Robots, digitale oplossingen en kunstmatige intelligentie spelen een belangrijke rol in de verdere reductie van de koolstofvoetafdruk van melk en het bevorderen van de circulaire landbouw. Vooral op veebedrijven met grotere veestapels helpen deze instrumenten om een optimaal dierenwelzijn en -gezondheid te waarborgen.
In Ahaus is er ondertussen ook de kwestie van de huidige melkprijs; volgens Lefert is de prijs momenteel veel te laag, wat inhoudt dat hij nu zelfs verlies draait. Hij hoopt dat het de komende maanden beter zal gaan: stabiel weer, een goede oogst en consumenten die bereid zijn een redelijke prijs voor voedingsmiddelen van een hoge kwaliteit, zoals melk, te betalen.
Dat betekent allemaal dat het zelfs nog belangrijker is dat hij op zijn investering in technologie kan vertrouwen. Ze moet robuust, effectief, snel, intelligent en slim zijn. De technologieën moeten samen ook alle koeien in de gaten houden en hun welzijn garanderen, zodat elk lid van de veestapel melk van een consistent hoog niveau produceert.
Bovendien is elke druppel water en elke kW/h elektriciteit die Lefert tijdens de melkproductie kan besparen, gunstig voor iedereen in de toeleveringsketen: voor hem voor wat betreft de kosten en uiteindelijk voor de consument voor wat betreft het milieu. Hier heeft GEA een belangrijke mijlpaal voor melkveehouders behaald met zijn nieuwe generatie melkrobots; de GEA DairyRobot R9500 heeft bewezen dat hij enorm veel minder elektriciteit en water verbruikt dan zijn voorgangers. Als een met name grondstofbesparende oplossing ontving de melkrobot onlangs het nieuwe "AddBetter"-ecolabel van GEA. Andere oplossingen van GEA Farm Technologies zijn al klaar voor validatie en krijgen dit zegel ook. GEA ondersteunt met deze systemen veehouders in hun reis naar de next generation farming.