05 Sep 2022
We gingen zitten met Dr. Mark Schneeberger, Head of Application Development Beverages & Beer, en Dr. Stefan Pecoroni, Vice President Process Technology & Innovation Separation, om te praten over de grootste uitdagingen voor de moderne drankenindustrie en hoe GEA kan helpen bij de aanpak ervan.
Mark Schneeberger: “Duurzaamheid en digitalisatie, zonder twijfel. Over duurzaamheid praten we al minstens tien jaar, maar de afgelopen jaren zijn organisaties van elke omvang, van de grootste multinationale drankenfabrikanten tot en met middelgrote zuivelbedrijven en kleine brouwerijen, overgegaan op de uitvoeringsmodus en zoeken ze uit hoe technologie hun processen duurzamer kan maken. En dat duurzaamheidsconcept omvat het reduceren van het verbruik van fossiele brandstoffen, het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen en afval, een geringer water en energieverbruik en aandacht voor zaken als herbruikbare verpakking. Aan de andere kant is digitalisatie de cruciale factor om productieprocessen beter te begrijpen, niet alleen om de duurzaamheid ervan te verbeteren maar ook om de efficiëntie en opbrengsten te verhogen.”
Stefan Pecoroni: “Behalve de urgente noodzaak om ons gebruik van water, fossiele brandstoffen en andere niet-hernieuwbare grondstoffen te reduceren, heeft de industrie te maken met snel stijgende kosten van zo ongeveer alles, van de grondstoffen tot en met verbruiksartikelen. Ik sprak laatst met een klant die opmerkte dat de waarde van een tanker frambozensap nu gelijk is aan die van een trucklading sportwagens. De kosten van grondstoffen drijven onze klanten echt tot het uiterste, omdat ze de opbrengst van al hun ingrediënten moeten maximaliseren. Ook moeten ze verbruiksartikelen zoals reinigingschemicaliën, of nutsvoorzieningen als water en elektriciteit op de meest efficiënte manier benutten, om te voorkomen dat er een domino-effect ontstaat waardoor de consument met nog grotere prijsstijgingen te maken krijgt.”
Dr. Mark Schneeberger, Head of Application Development Beverages & Beer, GEA
Mark Schneeberger: “Het draait niet meer alleen maar om de kosten. Een multinationale brouwerij waarmee we spraken bevestigde dat de reden om het waterverbruik te reduceren bij sommige fabrieken in gebieden met watertekort niet alleen maar gericht is op kostenbesparing, maar een cruciale doelstelling is die sluiting van fabrieken tot gevolg kan hebben als ze niet wordt gehaald.
Natuurlijk zijn er nog andere factoren die bedrijven aanzetten om hun verwerking duurzamer te maken. De CO2-taks, die mondiaal in verschillende mate wordt opgelegd, motiveert de industrie om het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen, maar ook om te bedenken hoe ze de CO2 kunnen gebruiken die onvermijdelijk wordt gegenereerd, bijvoorbeeld als bijproduct van ethanolproductie. Kunnen we die CO2 op een nuttige manier kanaliseren, bijvoorbeeld als voeding voor algenfermentatie? Dit zou dan het dubbele voordeel hebben van een verlaging van de CO2-taks en tegelijkertijd een waardevol nevenproduct uit die algenfermentatie.”
Het is er en het is mogelijk: de CO₂-terugwinningsoplossing van GEA helpt producenten om de CO₂ die afkomstig is uit fermentatie in brouwerijen of distilleerderijen terug te winnen en zo voldoende voorraad te hebben voor carbonisatie.
Mark Schneeberger: “Bij GEA hebben we de knowhow en expertise van de industrie, processen, technologie en engineering om deze verschillende duurzaamheidsaspecten afzonderlijk én in hun geheel tegemoet te treden. We beginnen altijd met een gesprek met onze klant over hun bestaande activiteiten, hun locatie en fysieke opzet, en hun doelstellingen. En omdat we diepgaande kennis hebben van zoveel verschillende verwerkingsprocessen en technieken, proberen we altijd om nieuwe hardware- en software-oplossingen te ontwikkelen die grensverleggend zijn.
Dr Stefan Pecoroni, Vice President Process Technology & Innovation Separation, GEA
Mark Schneeberger: “Ons baanbrekende project met innocent heeft geleid tot de bouw van de eerste koolstofneutrale sapfabriek ter wereld. GEA heeft de essentiële proces-, koelings- en warmtepomptechnologieën geconfigureerd en geleverd voor de bedrijfsklare site van innocent in Rotterdam, die als bijnaam ‘The Blender’ heeft. Dit was het resultaat van een echt partnership tussen GEA en innocent vanaf het allereerste begin tot en met de voltooiing. We moesten out-of-the-box denken, elk deel van het proces overwegen, rekening houden met de bestaande lokale infrastructuur en omgeving, Zo konden we technologische grenzen verleggen. De faciliteit van innocent brengt GEA’s expertise in belangrijke energiebesparingsgebieden voor het voetlicht, bijvoorbeeld met de warmtepompen en koeltechniek voor de sap- en smoothiesector. Maar daarnaast heeft ze laten zien wat er ook haalbaar is voor klanten in andere industrieën, zoals brouwerijen en zuivelfabrieken. Een van onze klanten vertelde me pas nog dat ze idealiter een “innocent voor brouwerijen” wilden bouwen.
Stefan Pecoroni: “Het is belangrijk dat we leren van technologieën en oplossingen die succesvol zijn toegepast in projecten in een bepaalde industrie, en deze aanpassen en overnemen in andere sectoren. Water- en chemicaliënbesparende CIP-systemen bijvoorbeeld, die nu standaard worden geacht in de brouw- en zuivelindustrie, zouden kunnen worden aangepast en toegepast in andere gebieden van de voedingsmiddelen- en drankensector. Apparatuur zoals centrifuges wordt in vele industriële sectoren gebruikt, en met één project waarbij we betrokken waren – een afvalwaterbehandelingsinstallatie – hebben we aangetoond dat het mogelijk is om het energieverbruik van een centrifuge met 15-20% terug te brengen. Hiervan kunnen we leren, en de opgedane kennis toepassen in andere industrieën. Duurzaamheid kan ook betekenen dat er een toepassing gevonden wordt voor materialen die traditioneel gezien worden als afvalstromen. Een voorbeeld hiervan is bostel uit de brouwindustrie, dat historisch weinig waarde had voor iets anders dan diervoeding. Vandaag ontwikkelen we nieuwe processen en technologieën die kunnen worden ingezet om nieuwe inkomsten te halen uit zulke laagwaardige nevenproducten.”
Hoe voedselverspilling efficiënt kan worden aangepakt wordt aangetoond door het Zweedse bedrijf RSCUED. Met de innovatieve GEA vaculiq transformeren ze dagelijks tonnen overtollig fruit en groente in heerlijke sappen.
Mark Schneeberger: “Digitalisatie is ongetwijfeld een belangrijke factor. In plaats van processen te blijven uitvoeren op de manier waarop we dat al tientallen jaren doen, benut de industrie nu digitale systemen die inzicht kunnen geven in het verloop van het proces zelf en aangeven welke mogelijkheden er zijn om processen beter te optimaliseren. Ook hiermee wordt de duurzaamheid verhoogd en worden de algehele efficiëntie en opbrengsten opgevoerd. Intelligente sensoren, automatisering en analytische software helpen allemaal om processen te begrijpen en beter te optimaliseren. Temperaturen of drukken kunnen misschien worden verlaagd, of een verwerkingsstadium kan worden ingekort. Zelfs kleine veranderingen aan procesparameters die energie of water besparen, of leiden tot minder afval of hogere opbrengsten, kunnen een belangrijke algehele impact hebben op de duurzaamheid en efficiëntie. GEA InsightPartner en OptiPartner zijn intelligente oplossingen die niet alleen processen in de brouwindustrie kunnen bewaken en analyseren, maar ook aanpassingen maken waarmee de processen geoptimaliseerd worden. InsightPartner levert de data en het procesinzicht dat ons een veel beter overzicht en begrip geeft van de manier waarop het proces daadwerkelijk verloopt, en identificeert waar er mogelijkheden liggen voor een betere efficiëntie en herhaalbaarheid. Zetten we nog een stap verder, dan is er onze OptiPartner-oplossing die al deze data analyseert om de veranderingen door te voeren die het proces optimaliseren. Slimme software en automatisering werken samen om processen fijn af te stemmen, maar helpen ook om handmatige tussenkomst te reduceren.”
Stefan Pecoroni: “Digitalisatie moet aantoonbare waarde hebben. OptiPartner en InsightPartner zijn specifieke softwareplatforms die kunnen worden geïnstalleerd om inzichten te krijgen en positieve stappen te zetten waarmee klanten hun processen efficiënter en duurzamer maken. Maar GEA kan nu ook het merendeel van de geïnstalleerde machines toegankelijk houden via een cloudverbinding waarmee apparatuur 24 uur per dag te bereiken is van afstand. Onze Service Level Agreements geven klanten de flexibiliteit om een servicepakket te kiezen dat aansluit op hun behoeften. Door deze servicepakketten kunnen we zorgen voor conditiebewaking op afstand met effectief gebruik van de bedrijfsgegevens van de machine. Aan de hand van deze gegevens kunnen we herkennen of een lager of andere component mogelijk moet worden vervangen of het risico loopt om defect te raken, of dat er onderhoud nodig is, en de klant hierop attenderen. Deze benadering verhoogt niet alleen de bedrijfsveiligheid, maar ook de beschikbaarheid van de machines, omdat de stilstandtijd voor reparaties en onderhoud voorspeld kan worden en er niet meer hoeft te worden gedeald met onverwachte stilstanden. Ook helpt ze om machines in de beste bedrijfsconditie te houden en de beste efficiëntie te verzekeren qua energie- en watergebruik en productiviteit.”
GEA kan zo ongeveer al haar geïnstalleerde machines toegankelijk houden via een cloudverbinding, zodat de apparatuur 24 uur per dag van afstand te bereiken is. Behalve Service Level Agreements, zoals bijvoorbeeld GEA Performance Plus, kunnen klanten kiezen voor een servicepakket waarmee we voorzien in conditiebewaking.
Stefan Pecoroni: “Maar deze technologie heeft nog meer potentie voor de toekomst: behalve dat de werking van de machine in het oog gehouden wordt, is het ook mogelijk om procesgegevens te verzamelen en bewaken. Met kunstmatige intelligentie kun je deze data benutten om procesparameters aan te passen, zodat ze efficiënter worden. Vervolgens kan de klant het gebruik van zijn apparatuur optimaliseren en het proces fijn afstemmen om energieverbruik verder te reduceren, kosten te verlagen of de productiviteit en kwaliteit te verbeteren.”
Mark Schneeberger: “Dat zijn situaties waarin GEA naar mijn mening op haar best is. We hebben expertise en ervaring in veel uiteenlopende takken van industrie. Maar we begrijpen ook dat onze klanten praktische, werkbare oplossingen wensen. Wat het gewenste eindpunt dus ook is – een nieuwe klep, een warmtepompoplossing, koeler en automatiseringssysteem, of zelfs een hele bedrijfsklare installaties zoals bij het innocent-project -, we bekijken elke opdracht en elk probleem vanaf de basis. En door samen te werken met de klant, hem te adviseren en componenten, apparatuur en processen te ontwikkelen en te testen, bezien we elk deel van de uitdaging altijd met grote aandacht voor de duurzaamheid. Onze mondiale testcentra zijn er om samen met onze klanten processen en machines te testen en te zien hoe ze in een realistische setting functioneren, en om nieuwe ontwikkelingen te bevorderen binnen GEA.”
Stefan Pecoroni: “En omdat GEA al deze kennis in huis heeft, in één bedrijf, kunnen we ook proberen om nieuwe oplossingen te ontwikkelen als er nog geen oplossing beschikbaar is, of kunnen we zien welke andere opties er mogelijk al op de markt zijn – het is niet nodig om het wiel opnieuw uit te vinden.”
Koolstofneutrale sapproductie; GEA en innocent zijn een inspiratie voor grotere veranderingen.