VESTA®-kleppenlijn
Monsternamesysteem VESTA®
Het aseptische VESTA®-monsternamesysteem is gebaseerd op een modulair ontwerpconcept, wat bijzonder eenvoudige bemonstering op verschillende locaties in de procesleiding mogelijk maakt. Dankzij het compacte ontwerp van het systeem en de vrij te kiezen mate van automatisering, kan het met gemak aan alle procesvereisten van de klant worden aangepast.
Het systeem maakt gemakkelijke, veilige aseptische bemonstering mogelijk in 4 stappen
- Monteer de bemonsteringsklep via een VARINLINE®-behuizing in de productleiding
- Autoclaveer en koppel glazen fles met inlaatklep
- Steriliseer systeem
- Neem het monster
Voordelen in het proces
Het monsternamesysteem kan zowel in horizontale als in verticale productlijnen worden gebruikt, met exact dezelfde onderdelen. De samenstelling en het ondersteuningsframe van roestvrij staal kunnen naar wens worden aangepast.
Optionele uitbreidingen
- Flesbewaking via nabijheidsschakelaars
- Vrij te kiezen mate van automatisering dankzij de VESTA®-kleptechnologie
- IZMAG™-flowmeter
- Condensaatopvang en temperatuursonde voor veilige sterilisatiecycli
Als het monsternamesysteem naar een andere plaats wordt gebracht, wordt de VARINLINE®-behuizing, die gebruikt is voor de installatie, veilig gesloten met blinde flenzen.
Meten met nieuwe precisie: de flowmeter IZMAG™
Om bemonsteringsprocessen te perfectioneren, voldoet de elektromagnetische flowmeter IZMAG™ op het hoogste niveau aan de metrologische vereisten. Hij dankt de betrouwbaarheid van zijn meetwaarden aan de voortdurende interne ijking. De display kan 360° gedraaid worden, is verlicht en voldoet aan de strengste ergonomische vereisten. Het standaardmodel met zijn functionele ontwerp van roestvrij staal is geschikt voor bluetooth en kan dus uitgebreid worden met HART of Profibus.
De processtappen in het detail
1. Aansluiting SIP-fles
De tevoren geautoclaveerde glazen fles en inlaatklep worden aan het systeem gekoppeld. Er wordt stoom geleverd, die door de gesloten inlaatklep stroomt en afgetapt wordt via de condenspot.
2. Afnemen van het monster
Zowel de uitlaat- als de stoominlaatklep worden in gesloten stand gezet. In een tweede stap worden de bemonsterings- en flesinlaatklep geopend om de afname van het monster te beginnen.
3. Uitspoelen
Nadat het monster is afgenomen, wordt de productlijn gespoeld met steriel water (condensaat). Het resterende product en steriele water wordt afgetapt via de normale uitlaatklep.
4. Stoom-/condensaatbarrière
Een continue stoombarrière zorgt altijd voor de optimale procesveiligheid. Als alternatief kan er een condensaatbarrière worden aangebracht in plaats van een actieve stoombarrière.
VESTA®-kleppenlijn
VESTA® Steriele kleppen
Afsluitklep VESTA® H_A – klepverdeling doorvoerinsteek
Dankzij de hermetische afdichting van de klepsteel met PTFE balg, zorgen VESTA® steriele kleppen voor een maximale isolatie van proceslijnen en dragen hiermee bij aan de veiligheid van het product en het proces van de klant.
De VESTA®-kleppenserie is specifiek ontworpen als antwoord op de hoogste eisen voor steriele processen in de farmaceutische, biotech- en cosmetica-industrie. Het kleppenprogramma biedt alles wat nodig is om deze industrieën van dienst te zijn. Het assortiment hoogwaardige kleppen bestaat uit verschillende kleptypes, en dankzij de modulaire opbouw kunnen de kleppen op maat worden gemaakt voor specifieke procescondities en toch voldoen aan alle eisen vanuit regelgevingsoogpunt.
VESTA® kleppen kunnen naadloos worden geïntegreerd in een geautomatiseerde procesinstallatie door gebruik te maken van de T.VIS® stuurdoppen.
PTFE balg als cruciaal element
VESTA® - PTFE balgen
Het belangrijkste element van VESTA® steriele kleppen is een PTFE balg uit één stuk van het materiaal TFM 1705. Behalve zijn excellente chemische bestendigheid tegen welhaast alle media, voldoet TFM 1705 ook aan alle normen die relevant zijn voor de farmaceutische industrie, zoals bv. FDA 21 CFR 177.1550 en USP klasse VI. De hoogwaardige oppervlakteafwerking (Ra ≤ 0,8 μm), de naadloze, hermetische afdichting, alsook het geoptimaliseerde CIP/SIP-ontwerp zijn nog verdere kenmerkende eigenschappen. Het gepatenteerde balgafdichtingssysteem scheidt het gebied dat in aanraking komt met product in alle processtappen af van de atmosfeer, en dicht bovendien de klepzitting af.
VESTA® in één oogopslag
- Geoptimaliseerde stroming en ontwerp zonder dode ruimtes
- Optimale CIP/SIP-reinigbaarheid
- Hermetische afdichting van het gebied dat in contact komt met het product, door PTFE balgen
- Gedefinieerde voorbelasting van de afdichting door metalen aanslag
- Klep in overeenstemming met EHEDG-ontwerprichtlijnen
- Zelfvergrendelende verbinding met gegroefde moer
- Veilig, gemakkelijk onderhoud
Overzicht *
| Kleptype | Metrisch | Inch OD | ISO |
| Afsluitkleppen | DN 10 – DN 65 | 0,5” – 3” | ISO 13.5 – ISO 76,1 |
| Gegradueerde afsluitkleppen | DN 10 – DN 65 | 0,5” – 3” | ISO 13.5 – ISO 76,1 |
| Tankbodemkleppen | DN 10 – DN 65 | 0,5” – 3” | ISO 13.5 – ISO 76,1 |
| Kleppenblokken | DN 10 – DN 65 | 0,5” – 3” | ISO 13.5 – ISO 76,1 |
| Bemonsteringskleppen | DN 10 – DN 15 | 0,5” – 0,75” | ISO 13.5 – ISO 17,2 |
| * Verdere klepmaten op aanvraag leverbaar | |||
Downloads
Aanverwante producten
Kleppenblok VESTA® HWA & HXA
Kleppenblokken van de VESTA®-kleppenlijn worden gekenmerkt door het ontwerp met PTFE balgen en de twee zelfstandige aandrijvingen.
Bemonsteringskleppen VESTA® H_A_I
Bemonsteringskleppen van de VESTA®-kleppenlijn worden gekenmerkt door het ontwerp van de PTFE balg en de modulaire structuur .
Afsluitkleppen VESTA® H_A
De afsluitkleppen van de VESTA®-kleppenlijn worden gekenmerkt door het ontwerp van de hermetisch afdichtende PTFE balg.
Tankbodemkleppen VESTA® H_A/T
De afsluitkleppen voor tankbodems van de VESTA®-kleppenlijn worden gekenmerkt door het ontwerp van hun hermetisch afdichtende PTFE balg.
GEA-inzichten
In for the better: Community engagement at GEA
To support community engagement, GEA offers employees one day of paid time off per year.
How a digital rotary parlor supports sustainable dairy farming
How do you lead a dairy farm into the next generation while ensuring a sustainable future and animal welfare while managing increasing complexity? This is a question almost every dairy farmer around the world must consider. The...
A strategy for the better: CEO interview on GEA's Mission 30
After reaching its Mission 26 targets two years early, GEA launches Mission 2030 strategy with focus on growth, value and making a positive impact.
