09 Aug 2021
Elektriciteitscentrales die op fossiele brandstoffen werken en de vuilverbrandings-, staal-, aluminium-, glas- meststoffen- en cementindustrie hebben helaas één ding gemeen: het zijn allemaal industrieën met hoge CO2-emissies.
Koolstofdioxide (CO2), een van meerdere broeikasgassen, absorbeert infrarood straling (netto hitte-energie) die afkomstig is van het aardoppervlak en straalt deze terug, waardoor het bijdraagt aan het broeikaseffect. Terwijl CO2, methaan en waterdamp de meest voorkomende broeikasgassen zijn, vangen ook ozon op oppervlakteniveau, stikstofoxiden en gefluoreerde gassen infraroodstraling af. Nadat ze zijn vrijgekomen, kunnen broeikasgassen honderden of zelfs duizenden jaren in de atmosfeer blijven.
Om aan de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs te voldoen, moet de globale temperatuurstijging beperkt blijven tot 1,5 graad Celsius boven het pre-industriële niveau, om een verdere catastrofale erosie van het natuurlijke ecosysteem van de wereld te voorkomen. Lukt dit niet, dan wordt de productie van voedingsmiddelen en het leven in het algemeen op onze planeet steeds sterker bedreigd.
- Verenigde Naties, Jaarverslag klimaatverandering 2019
Om wereldwijd antwoord te geven op de behoefte aan lagere emissies, heeft GEA een speciaal team samengesteld om de ontwikkeling in CO2-reductie in industrieën met hoge emissies te stimuleren, met bijzondere focus op:
Als gevestigd mondiaal toonaangevend bedrijf in de ontwikkeling, het ontwerp en de installatie van emissiebeheersingssystemen en technologieën voor klanten in essentiële procesindustrieën, kan GEA bogen op meer dan een eeuw ervaring. Deze diverse portfolio omvat:
Het gebruik van overtollige hitte uit industriële processen als de glas- en cementproductie is dringend noodzakelijk om globale klimaatveranderingsdoelen te behalen. Dit vereist de integratie van een terugwinningseenheid van afvalwarmte (WHRU). Dit is een veel duurzamer alternatief dan het eenvoudig vrijlaten van hitte in de atmosfeer of afkoeling van gassen door er water in te injecteren. Laatstgenoemde methode bijvoorbeeld houdt in dat waardevolle thermische energie verloren gaat, of beschikbaar is op een veel lagere temperatuur dan wenselijk zou zijn.
Deze teruggewonnen warmte kan worden gebruikt in een luchtbehandelingsproces of om stroom te genereren. Ook kan het worden gebruikt om perslucht te produceren die nodig is in het productieproces of kan worden afgeleid naar stadsverwarmingsnetwerken of andere droogprocessen.
Cementproducent Heidelberger Cement, klant bij GEA, neemt binnenkort een WHRU in bedrijf. Het systeem voert de proceswarmte die ontstaat bij de klinkerkoeling naar een droger, om jaarlijks pakweg 70.000 ton ontwaterd rioolslib uit regionale behandelingsinstallatie terug te brengen tot 90 procent droge vaste stof. Met een verwarmingswaarde van 11 tot 13 megajoules per kilogram worden de vaste stoffen op locatie gehouden en gebruikt als groene energie voor de installatie, in plaats van een aanzienlijke hoeveelheid fossiele brandstof. Deze oplossing maakt deel uit deel van de doelstelling van het bedrijf om de CO2-emissies uiterlijk in 2025 met 30 procent te verlagen en in 2050 CO2-neutraal beton te produceren.
In 2012 ondersteunde GEA de Duits/Oostenrijkse fabrikant Rohrdorf Zement met 's werelds eerste nageschakelde denitrificatiesysteem voor cementproductie. De installatie omvat een terugwinningseenheid van afvalwarmte (WHRU) van GEA en een transfercircuit om de warmte ter plaatse te kunnen hergebruiken.
Glasfabrikant Saint Gobain in Pisa (Italië) gebruikt een WHRU van GEA en een elektriciteitscentrale met organische rankinecyclus (ORC) om thermische energie uit hun ovens te benutten. Op de locatie wordt deze energie gebruikt:
Hierdoor bespaart het bedrijf jaarlijks ongeveer 5000 ton CO2 en bijna een miljoen USD in elektriciteitskosten voor deze locatie.
Een ORC-installatie is een goede optie om CO2-emissies sterk terug te dringen, met name in installaties waar fluctuerende thermische energie naar de ORC wordt gevoerd. Hiertoe behoren glastoepassingen en klinkerkoeling in cementinstallaties. Daarnaast genereert een ORC-installatie geen verdere CO2-emissies.
Technologieën voor koolstofafvang, -opslag en gebruik (CCS/CCU) worden ingezet op plaatsen waar in fabrieken en elektriciteitscentrales op fossiele brandstof CO2 ontstaat. In sommige industrieën gaan energiegerelateerde CO2-emissies gepaard met procesgerelateerde emissies, die afkomstig zijn van de conversie van het uitgangsmateriaal zelf (bv. CaCO3 → CaO in de cementindustrie) en daarom niet kunnen worden vermeden door de energiebehoefte van het proces te reduceren of door over te stappen op alternatieve brandstoffen. CO2 afvangen voordat het vrijkomt in de atmosfeer en het daarna benutten of opslaan, is een haalbare optie en essentieel voor het minimaliseren van het broeikaseffect.
GEA's emissiebeheersingstechnologieën voldoen aan alle nodige voorwaarden voor de transitie naar reiniging van CO2, een proces dat nodig is om koolstofdioxide van uitlaatgas te scheiden. Voordat dit mogelijk is moet het gas echter worden gereinigd. Om efficiënte prestaties van het CO2-scheidingssysteem (bv. door aminereiniging) en een lange levensduur van het absorptiemedium zeker te stellen, hebben CO2-scheidingsinstallaties ultraschone rookgassen nodig.
De eerste stap is de voorbehandeling en zuivering van fijne deeltjes. GEA biedt verschillende oplossingen voor de verwijdering van verontreinigingen, waaronder zwavel- en stikstofoxiden. Als het afvalgas eenmaal schoon is, kan het scheiden van CO2 beginnen. Om te waarborgen dat het proces de productie niet belemmert, adviseert GEA nageschakelde CO2-scheidingsprocessen.
Gezien het belang van stabiele, voorspelbare en flexibele mogelijkheden om afgevangen CO2 te gebruiken, wordt producenten geadviseerd om deze mogelijkheden te kiezen voordat ze een scheidingsproces en -installatie kiezen. GEA biedt kleine en middelgrote CO2-scheidingsinstallaties voor maximale flexibiliteit, waarmee klanten CO2 van verschillende zuiverheidsgraden kunnen produceren en verschillende producten kunnen maken via dezelfde scheidingseenheid; dit zijn onder meer carbonaten, amines, en in de toekomst ook ammoniak.
De CO2 die opgevangen wordt tijdens industriële processen – of uit de atmosfeer is gewonnen – kan worden gebruikt in plaats van koolstof uit fossiele bronnen. Afgevangen CO2 wordt al voor vele toepassingen en industrieën gebruikt, waaronder:
Bij een partnerschap met GEA hebben klanten een wereldwijde leider aan hun zijde, met tientallen jaren ervaring in emissiereductietechnologieën. Met de diepgaande industriële kennis en het wetenschappelijk begrip van gaseigenschappen die GEA heeft, is ons bedrijf in staat om emissiebesturingssystemen met een langere levensduur te ontwerpen. Onze oplossingen voor de terugwinning van afvalwarmte en zuivering van fijne deeltjes voor gasstromen, waaronder thermische scheiding, worden wereldwijd door klanten benut om aan de wettelijke emissie-eisen te voldoen, en deze steeds vaker te overtreffen, met het laagst mogelijke energieverbruik.
- Felix Ortloff, Head of Scrubber Systems, GEA