Energie
Gasturbines in elektriciteitscentrales draaien op diesel, ruwe olie of zware ruwe olie. Zowel water, in water oplosbare delen, als vaste (schurende) delen moeten uit de olie worden verwijderd, omdat zij een gevaar vormen voor de turbinebladen, en dus uiteindelijk ook voor de elektriciteitscentrale. GEA levert efficiënte behandelingssystemen voor alle soorten brandstoffen, waarin de zelfreinigende separatoren als basis fungeren.
De kwaliteitseisen van brandstoffen voor gasturbines zijn erg streng. Schadelijke elementen als natrium, kalium en calcium kunnen ernstige schade veroorzaken. Dit geldt ook voor de in olie oplosbare stoffen als vanadium en lood. Zeer hoge concentraties van sporenelementen in de brandstof veroorzaken corrosie. Aanwezigheid van zand, roest en catfines leiden tot verhoogde slijtage.
GEA brandstofbehandelingssystemen bieden efficiënte en economische oplossingen. Producenten van gasturbines geven grenswaarden voor sporenelementen op om een veilige en zuinige werking te garanderen. Voor natrium en kalium liggen deze grenswaarden tussen 1 ppm en 0,1 ppm. Door een combinatie van wassen en separeren worden schadelijke in water oplosbare elementen tot acceptabele niveaus gereduceerd. Verontreinigingen zoals zand, roest en catfines worden door middel van hoge centrifugaalkracht (met het water) uit de stookolie verwijderd.
In olie oplosbare sporenelementen zoals bijvoorbeeld vanadium en lood kunnen niet worden gesepareerd. Corrosieremmende toevoegingen worden aan de brandstof toegevoegd om de schadelijke werking van vanadium-as tegen te gaan. Voor het reinigen en ontwateren van de brandstof worden zelfreinigende separatoren met schotels in de trommel gebruikt. Een essentiële eigenschap van de separatoren is de optimale scheidingsefficiëntie, zelfs bij voortdurende verandering in de samenstelling van het te scheiden product. Het verschil in dichtheid is een voorwaarde voor het efficiënt separeren van olie, water en vaste stoffen.
Weergegeven 1 van 1
Afvalreductie is belangrijk voor ons bij GEA en door de kracht van vriesdroogtechnologie te benutten, kunnen we voedseloverschotten omzetten in waardevolle, duurzame producten die ons helpen afval te reduceren, de houdbaarheid te verlengen en een beter bestendige voedselvoorzieningsketen voor toekomstige generaties te creëren.
Toen de Zuid-Koreaanse ‘plant-forward’ voedselproducent Pulmuone bij GEA aanklopte met de uitdaging om een moderne draai aan de traditionele taaie koude (naengmyeon-) noodle te geven, konden de R&D-experts van GEA de uitdaging aan. Ze hielpen met de ontwikkeling van wat nu een commerciële hit is die met minder water en elektriciteit wordt geproduceerd dan de reeds bestaande methoden. Het resultaat is ook getrouw aan de traditionele oorsprong van het gerecht, evenals de wortels van Pulmuone op het gebied van gezondheid, welzijn en duurzaamheid.